het boek: ‘Sinterklaas bestaat!’

‘Sinterklaas bestaat, dat spreken we af’

(geschreven door HINKE HAMER – TROUW-

Vorig jaar nam Bram van der Vlugt afscheid van Sinterklaas. Vijfentwintig jaar lang was hij diens ‘vaste raadgever in televisieaangelegenheden’ geweest, toen was het klaar. En nu is er het boek: ‘Sinterklaas bestaat!’

Je zult Bram van der Vlugt nooit horen praten over ‘het spelen van Sinterklaas’. Sinterklaas bestaat!, zegt hij. Vijfentwintig jaar lang was Van der Vlugt slechts diens ‘vaste raadgever in televisieaangelegenheden’ – een, voor hem, ijzeren code. Vorig jaar nam hij afscheid van zijn functie. Over zijn jaren ‘met Sint’ schreef hij het ‘grote-mensenboek’ Sinterklaas bestaat!

Van der Vlugt (1934): “Sinterklaas’ populariteit wordt getransponeerd naar mij. Als Sint er niet is, en dat is meestal het geval, willen mensen mij aanraken. Plaatsvervangende verering. ‘Ik heb Sinterklaas altijd al een hand willen geven’, zeggen ze. Zeg ik: ‘Ja, dan hebt u pech, want Sint zit in Spanje.’ Dringt zelden door. ‘Mag ik Sinterklaas een kus geven?’ ‘Wat je wilt. Sint is er niet, maar een kus, prima, vindt Bram niet erg’.

“Ik ben vreselijk verwend. Als je vijfentwintig jaar lang – en nu breek ik vreselijk met de code – deze rol mag invullen, als je zoveel positieve aandacht krijgt en door een hele natie in het hart wordt gesloten, dan mag je dankbaar zijn.”

U stopte in 2011 als raadgever. Wa

s het afscheid zwaar?
“De NTR en ik spraken af dat 2010 mijn laatste jaar zou zijn. Daarna was het tijd voor een nieuwe Sint. Prima. Ik vind dat je daarna aan niemand moet vertellen dat er een ander in dat pak zit. Mensen moeten op een zeker moment gaan twijfelen: ‘Is het ‘m nou? Ja. Nee. Maar hij is slanker!’, dat hoort bij het spel. De omroep vond dat onhoudbaar. Zij wilden mij met Stefan de Walle bij Pauw & Witteman hebben; de oude en de nieuwe. Mijn bek viel open. Ik heb mij nooit openlijk verklaard als de man die Sinterklaas speelt. Sinterklaas bestaat!

“Toen zei mijn zoon: Als iets onontkoom

baar is, moet je zorgen dat je het leuk maakt. Maak een tv-uitzending waarin Sinterklaas afscheid neemt van jou als raadgever. Dan heb je jou en Sinterklaas in één shot, dus dan moet er wel een ander in dat pak zitten. Hoofdpiet erbij, maak je het leuk en houd je de mythe in stand. Op een zaterdagavond in mei 2011 zond de omroep een extra Sinterklaasjournaal uit. Ik, de raadgever zat bij Dieuwertje Blok, we hadden een satellietverbinding met Sinterklaas en die ontsloeg mij, bij verrassing. Ik wilde me aan de code houden, dat kon op deze manier. Het was de minst erge manier. Ik vond het vreselijk dat de NTR zijn eigen sprookje kapot wilde maken.”

U wist tijdens de intocht van 2010 nog niet dat die uw laatste was.
“Nee, en dat was prima. Ik was 76! Ik kwam de trap nog op, maar ik voelde dat het mooi was geweest. ‘Werd het niet eens tijd?’ zei de omroep in februari 2011. ‘Had ik ook gedacht’, zei ik. Geen probleem.”

Zat u tijdens de intocht van 2011 voor de televisie?
“Ja.”

Hoe ging dat?
“Prima.”

Wat dacht u?
“Gedachten zijn vrij. Je mag me deze vraag niet stellen. Het ligt zó voor de hand dat iets dat niet gaat zoals jij het zou doen, minder goed is. Wat ik wel kan zeggen: de optocht van 2012 was driehonderd procent beter. Mensen moeten wennen aan een nieuwe Sint – ik doorbreek de code maar weer – en Sint heeft zelf kennelijk geleerd van de eerste keer.

“Er zat een briljante grap in, dit jaar. Bij de intocht van 2011 droeg Sint zijn mijter achterstevoren. Daar was veel om te doen. Nu, in 2012, komt Sint langs een spiegel en zegt hij: ‘Even kijken hoe mijn mijter zit.’ Briljant.”

U had afscheid genom

en als raadgever, maar zat in 2011 opnieuw bij Paul de Leeuw in de uitzending. U kreeg daarop veel commentaar.
“Ik zat daar omdat ik de rol van Sinterklaas speelde in een speelfilm, Bennie Stout. Ik zat daar als de Sint uit die film; een Sint uit 1929, met het pak en het haarwerk uit 1929. Die film heeft recht op promotie. Ik vind niet dat ik me schuldig hoef te voelen dat ik in dat pak, met dat jongetje aan mijn hand, bij Paul zit.

“Ik heb afscheid genomen als raadgever van Sint in televisieaangelegenheden. Met de omroep heb ik afgesproken dat ik niet meer actief als Sinterklaas op televisie en radio zal verschijnen. Maar niemand verbiedt mij om in huiselijke kring dat pak aan te trekken. Mijn schoonmoeder wordt op 5 december honderd en ze heeft te kennen gegeven dat ze het prettig vindt als Sinterklaas op bezoek komt. Volgens mij komt-‘ie.”

Is het moeilijk loslaten?
“Nee. Het is een natuurlijk proces. Het is bizar dat ik op mijn leeftijd überhaupt nog werk heb en het is fijn dat het gelukt is om afscheid te nemen op het moment dat mensen het jammer vinden.”

Wat was uw kracht, de afgelopen vijfentwintig jaar?
“Ik heb de positie van Sint bewaakt. Die code – Sinterklaas bestaat en ik ben zijn raadgever – was een ijzeren wet. Dat de NTR de raadgever op een zaterdagavond in mei op televisie heeft gebracht, geeft mij nu de gelegenheid om uit de school te klappen. Anders had ik dat nooit gedaan.

“Daags na de bekendm

aking treft een Haagse journalist Stefan de Walle bij een viskraam. Stefan de Walle vertelt hem dat hij de nieuwe Sinterklaas gaat worden. Heeft hij dan alles stukgemaakt? Nee, want de volgende dag wordt in die krant weer vis verpakt. Maar het was wel een schok, want ik had die code vijfentwintig jaar lang bewaakt.”

Bent u ooit uit uw rol gevallen?
“Een mens wordt door schade en schande wijs. Ik heb eens een burgemeester afgekapt, dat is het klassieke verhaal. Sinterklaas is een kindervriend. Hij kiest de kant van het kind en laat zich door ouders en leraren niet als chantagemiddel gebruiken. Ik was wel eens onbeschoft tegen leraren en ouders. ‘Je moet me niet misbruiken als jouw opvoeding faalt’, zoiets heb ik wel eens gezegd. Maak je geen vrienden mee.”

Wel eens een kind een groot cadeau beloofd?
“Jij krijgt morgen een spelcomputer van Sinterklaas? Nee, dat heb ik volgens mij nooit gedaan. Weet je, dit werk is niet makkelijk, nooit. Alle ogen zijn gericht op Kwatta, daar was ik me zeer van bewust. Het viel niet altijd mee om de juiste dosering te vinden. Soms stond Sint op een podium, terwijl er ook een dansgroepje of een popartiest optrad. Dan moet Sint zijn plek kennen. Het gebeurde wel eens dat ik ten koste van anderen de aandacht zocht. Ik ben vijfentwintig jaar aan het fine tunen geweest. De ene keer kreeg ik na een intocht terug: ‘Je straalde!’, de andere keer: ‘Je had het er maar moeilijk mee’. Of: ‘Je zat in het verkeerde programma’. Ik heb wel eens in een serie gezeten waarvan ik

dacht: God, wat is dit armoedig geschreven.”

De Club van Sinterklaas?
“Soms. Dan is het ogen dicht, oren dicht en doén.”

Welke ontwikkeling heeft Sinterklaas doorgemaakt, met u als raadgever?
“Hij is kindvriendelijker geworden. Als ouders dat zouden overnemen en Sinterklaas niet als chantagemiddel gebruikten door te zeggen: ‘Als je braaf bent, dan…’, dan zou dat mooi zijn. ‘Braaf’, het woord alleen al. Kortgeleden las ik een artikeltje over de Sinterklaasintocht in Woerden. Leuk stukje; feest, Pieten, gezelligheid, en aan het eind van het stukje schrijft de journalist: ‘En voor de brave kinderen is er dan…’. Die heeft het niet begrepen! Wat zijn dat, ‘brave kinderen’? Ik vertrouw het braafste jongetje van de klas voor geen meter! Die bangmakerij, die moet eraf.”

Zag u dat als een missie?
“Natuurlijk. Je wilt er toch niet de oorzaak van zijn dat een kind opnieuw gaat bedplassen! Ik zei altijd: ‘Kom lekker op schoot, trek maar a

an mijn baard, dan zeg ik au.’ Adrie (van Oorschot, Sinterklaas’ raadgever van 1965 tot 1985, HH) zei: ‘Trek niet aan mijn baard, denk erom!’ Adrie was plechtiger, statiger. Hij had wel pretog

en, maar was geen aanraakbare man.

Aart Staartjes kreeg in 1982 de leiding over de intocht. Aart en ik zeiden tegen elkaar: Als we Sinterklaas nou eens in Sesamstraat laten aankomen, terwijl hij vreselijk moet plassen! Adrie van Oorschot die moet plassen? Ondenkbaar. En ik zei: Maar dan wil ik ook bij Pino in het nest. Moest Sinterklaas onderuit gaan liggen in dat nest, alle status weg. Nu, vijfentwintig jaar later, zeggen we: Ja, en? Maar destijds was het revolutionair.”

Wat laat u na?
“Sinterklaas is een kinderfeest en toch ook niet. We hebben kinderen nodig, maar Sinterklaas is een feest van volwassenen. Het is een spel en er zijn genoeg volwassenen die dat spel willen spelen. Als we met z’n allen zeggen: We hebben geen zin meer in dat oubollige, negentiende-eeuwse gedoe, dan is het gebeurd. Dan is Sint ook weg. Hij kan het niet in z’n eentje. Met z’n allen houden we Sinterklaas in leven. Aart Staartjes, hoofdpiet Erik van Muiswinkel en ik hebben ertoe bijgedragen dat het spel een beetje stevig in de samenleving verankerd is. Dat is mooi.”

Sinterklaas bestaat! Bram van der Vlugt, Lemniscaat, € 19,95

Start een gesprek

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.